Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zond heen en riep Barak, den zoon van Abinoam, van [11]Kedes-nafthali; en zij zeide tot hem: [12]Heeft de HEERE, de God Israels, niet geboden: Ga heen en [13]trek op den berg [14]Thabor, en neem met u tien duizend man, van de kinderen van Nafthali, en van de kinderen van Zebulon? 11. Een stad in Nafthali, Joz.19:32,37. Geordineerd tot een vrijstad, Joz.20:7; mede den Levieten gegeven, Joz.21:32; zie ook 2 Kon.15:29. Zij was gelegen op een berg tussen de wateren van Merom en de zee Gennesareth. Een ander Kedes was er in Issaschar, 1 Kron.6:72. 12. Alsof zij zeide: Immers, of zekerlijk heeft Hij het u geboden. Zulk een manier van vragen bevestigt zekerlijk hetgeen vraaggewijs gezegd wordt; alzo onder, vs.14, en hfdst.6 vs.14, enz. 13. Versta: trek tot u, dat is, vergader tot u, breng tezamen, doe tot u komen; gebruikende daartoe de redenen, die ik u nu heb bekendgemaakt, en de hulp der oversten onder de stammen; vergelijk onder, hfdst.5 vs.14. Waartegen God in vs.7 zegt: Ik zal Sisera tot u trekken. 14. Gelegen in den stam Zebulon, naar het westen, bij de beek Kison; zie Ps.89:13; 1 Sam.10:3; Jer.46:18; Hos.5:1.